Grond voor verandering

In de twintigste eeuw is veel Nederlandse natuur verdwenen, met als gevolg kleinere en versnipperde natuurgebieden. In 1990 is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd. Hierin moeten de versnipperde gebieden worden vergroot en met elkaar verbonden. In de jaren daarna bleken de pogingen om de inrichting van het landelijk gebied te verbeteren onvoldoende te leiden tot de gewenste resultaten. Dat was aanleiding voor de vorming van één Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Een belangrijk doel binnen het thema natuur van het ILG was de realisatie van de EHS. Rijk en provincies maakten voor de periode 2007-2013 kwantitatieve afspraken over de verwerving, inrichting en ontsnippering van natuur en over particulier en agrarisch natuurbeheer. De provincies hebben, met de start van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) in 2007, een steeds belangrijkere taak gekregen op het terrein van natuur. Om natuur te kunnen realiseren moet voldoende grond beschikbaar zijn. Vaak moet grond worden aangekocht en ingericht als natuur, voordat deze grond in beheer kan worden gegeven. Door de verdere decentralisatie van het natuurbeleid van het Rijk naar de provincies is de verantwoordelijkheid van de provincie voor het aankopen en inrichten van gronden groter geworden. De provincie zal ook gronden gaan verkopen om de aanleg van natuur te kunnen bekostigen. Dit maakt het grondbeleid voor de realisatie van natuur een belangrijk onderwerp van sturing en controle door Provinciale Staten (PS). Het financieel belang is groot. Bovendien is het beleid in beweging. De provincie heeft gekozen voor een andere werkwijze, waarbij plannen voor natuur veel meer door partijen in een gebied worden gemaakt. Het is belangrijk om te weten welke leerpunten de uitvoering van het grondbeleid oplevert voor de nieuwe werkwijze. Hieronder kunt u het rapport dat zich richt op het grondbeleid voor de EHS en de 5-minutenversie nalezen.

Foto: provincie Zuid-Holland