Werkwijze

Onderzoeksprogramma

De Randstedelijke Rekenkamer beslist zelf welke onderwerpen zij wil onderzoeken. De Rekenkamer laat zich bij het besluiten over het onderzoeksprogramma adviseren door de Programmaraad.

Opzet van het onderzoek

De Rekenkamer doet bij Gedeputeerde Staten een vooraankondiging van de start van het onderzoek en begint vervolgens met een oriƫnterend traject. Om de precieze invalshoek te bepalen, begint de Rekenkamer met het houden van interviews en het bestuderen van relevante documenten. Mede op basis van deze informatie wordt de onderzoeksopzet vastgesteld.

Uitwerking

De onderzoeksopzet wordt toegestuurd aan Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en aan degenen die ambtelijk eindverantwoordelijk zijn voor het onderwerp. Daarna begint de Rekenkamer met de feitelijke uitvoering van het onderzoek. De feiten die het onderzoek oplevert, worden vastgelegd in de nota van bevindingen.

Wederhoor

Om na te gaan of de feiten kloppen, wordt de nota van bevindingen voorgelegd aan de ambtelijk eindverantwoordelijken. Mocht de nota onjuistheden bevatten, dan kan de Rekenkamer die aanpassen. Vervolgens stelt de Rekenkamer een rapport op, met daarin de conclusies en aanbevelingen. Dit rapport wordt voor bestuurlijk wederhoor aan Gedeputeerde Staten gestuurd. De reactie van Gedeputeerde Staten op de conclusies en aanbevelingen wordt integraal opgenomen in het rapport, voorzien van een nawoord van de Rekenkamer.

Publicatie

De Rekenkamer stuurt vervolgens het rapport aan Provinciale en Gedeputeerde Staten. Ook wordt het rapport op de website geplaatst. Vervolgens kan het rapport door Provinciale Staten worden besproken. De Rekenkamer geeft desgevraagd een presentatie van het onderzoek en beantwoordt technische vragen van Provinciale Staten.